Actualiseringsplicht voor bestemmingsplannen en beheersverordeningen is vervallen
Vanaf begin deze maand is de actualiseringsplicht vervallen voor bestemmingsplannen en beheersverordeningen die elektronisch raadpleegbaar zijn. Met de wet die hierin voorziet, de Wet afschaffing actualiseringsplicht bestemmingsplannen en beheersverordeningen, wordt alvast geanticipeerd op de nieuwe Omgevingswet: in plaats van het bestemmingsplan zal in iedere gemeente een zogenoemd omgevingsplan gaan gelden, waarvoor ook geen actualiseringsplicht bestaat. Wat gaat deze wijziging nu precies in de praktijk betekenen?
De huidige regelgeving
De actualiseringsplicht voor bestemmingsplannen en beheersverordeningen houdt in dat deze iedere tien jaar opnieuw moeten worden vastgesteld. Dit betekent dat iedere tien jaar opnieuw naar een plan moet worden gekeken, en dat besloten moet worden of het bestaande plan verlengd wordt of dat er een nieuw plan opgesteld en vastgesteld moet worden. Als dit niet wordt gedaan, wordt de gemeente bestraft: de gemeente kan dan geen leges meer heffen voor diensten die verband houden met dat plan. Denk bijvoorbeeld aan de aanvraag van een omgevingsvergunning om van het bestemmingsplan af te wijken.
Met ingang van 1 juli 2018 is zowel de actualiseringsplicht als de legessanctie vervallen voor bestemmingsplannen en beheersverordeningen die elektronisch raadpleegbaar zijn. Enerzijds wordt op deze manier gestimuleerd dat ruimtelijke plannen digitaal raadpleegbaar worden gemaakt. Anderzijds is de wijziging bedoeld om te voorkomen dat plannen alleen nog worden herzien om te voorkomen dat geen leges meer kunnen worden geheven, terwijl de focus van gemeenten zou moeten liggen op de nieuwe Omgevingswet en het omgevingsplan. Zo kunnen gemeenten op basis van de Crisis- en Herstelwet onder bepaalde voorwaarden al experimenteren met de Omgevingswet door een omgevingsplan vast te stellen die de status heeft van een bestemmingsplan ‘met verbrede reikwijdte’
Gevolgen voor de praktijk
Het afschaffen van de actualiseringsplicht verandert de mogelijkheid tot het aanpassen van een bestemmingsplan of beheersverordening – bijvoorbeeld vanwege een nieuwe ontwikkeling – niet. Daarnaast blijft het mogelijk om in beroep te gaan tegen een afwijzing van een verzoek om een nieuw bestemmingsplan vast te stellen. De positie van belanghebbenden verandert dus niet. Gemeenten zullen met elektronische beschikbare plannen alleen niet meer het risico lopen geen leges meer te kunnen heffen.
Vooralsnog is nog onduidelijk met welke planperiode nu door de bestuursrechter rekening zal worden gehouden als het gaat om de toets van uitvoerbaarheid van het elektronisch beschikbare bestemmingsplan in het kader van ‘een goede ruimtelijke ordening’. Dit criterium bracht met zich dat een plan wel binnen een periode van tien jaar (financieel) uitvoerbaar moest zijn. In de
parlementaire behandeling van deze recente wetswijziging is hierover opgenomen dat de kaders van een goede ruimtelijke ordening, die onder meer uit jurisprudentie volgen, nog steeds blijven gelden. Sommigen menen dat hieruit opgemaakt kan worden dat ook na afschaffing van de actualiseringsplicht uitgegaan blijft worden van een planperiode van tien jaar voor de realisering van de in het plan opgenomen ontwikkelingen. Anderen stellen echter dat eerder een ‘redelijke termijn’ zal gaan gelden, wat ook als criterium verwacht wordt voor de toetsing van een omgevingsplan onder de Omgevingswet. Het blijft nog afwachten welke koers de bestuursrechter op dit punt zal gaan volgen.
Vragen of opmerkingen?
Hebt u vragen of opmerkingen naar aanleiding van dit bericht? Neem dan contact op met
Richard van Oevelen.