Slapende dienstverbanden: eindelijk een conclusie?
Transitievergoeding, ook voor langdurig arbeidsongeschikten
Sinds
1 juli 2015 is een werkgever verplicht een transitievergoeding te betalen aan een werknemer bij beëindiging van diens arbeidsovereenkomst op initiatief van de werkgever. Dit geldt ook bij een beëindiging na twee jaar arbeidsongeschiktheid. Veel werkgevers ervaren dit als onrechtvaardig. Het komt voor dat werkgevers de langdurig zieke werknemers – voor wie de loondoorbetalingsverplichting inmiddels is geëindigd – in dienst houden om onder betaling van de transitievergoeding uit te komen. Anders gezegd: deze werkgevers houden de dienstverbanden
‘slapende’.
De rechtspraak tot nu toe
Een aantal werknemers heeft de rechter verzocht om hun werkgever te verplichten het slapende dienstverband te beëindigen onder toekenning van de transitievergoeding. Waar rechters voorheen vooral terughoudend waren, is sinds de inwerkingtreding van de
Wet compensatie transitievergoeding meermaals geoordeeld dat een werkgever die een zieke werknemer in dienst houdt, in strijd handelt met goed werkgeverschap.
Niet alle rechters gaan mee in deze redenering. Er blijven rechters die vinden dat de werkgever niet kan worden verplicht de arbeidsovereenkomst te beëindigen op verzoek van de werknemer.
In de rechtspraak over dit onderwerp is dan ook geen bestendige lijn te ontdekken. Reden genoeg voor de
kantonrechter Roermond om in april van dit jaar
prejudiciële vragen te stellen aan de Hoge Raad. Onduidelijk is nog wanneer de Hoge Raad zich over deze kwestie zal uitlaten. Tot die tijd kunnen we vooruit met de op 18 september jl. verschenen conclusie van advocaat-generaal De Bock.
Conclusie van AG De Bock
In
haar conclusie gaat de AG onder meer in op de vraag of de werkgever op grond van goed werkgeverschap gehouden is om in te stemmen met een voorstel van de werknemer tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden, onder toekenning van een bedrag ter hoogte van de transitievergoeding. De AG is duidelijk: dit is het geval. Wel dient te zijn voldaan aan de gebruikelijke vereisten voor ontslag van een langdurig zieke werknemer.
De AG formuleert een uitzondering: als de werkgever een gerechtvaardigd belang heeft bij instandhouding van de arbeidsovereenkomst, is hij niet verplicht om in te stemmen met het verzoek van de werknemer. Hierbij kun je denken aan de aanwezigheid van reële re-integratiemogelijkheden voor de werknemer of de financiële onmogelijkheid voor de werkgever tot (voor)financiering van de transitievergoeding.
Wat betekent dit nu?
Als de Hoge Raad de conclusie van AG De Bock volgt, staan werknemers met een slapend dienstverband in het vervolg sterker. Alleen als de werkgever een gerechtvaardigd belang heeft bij het in dienst houden van de werknemer, hoeft hij niet in te stemmen met diens verzoek. In alle andere gevallen zal de arbeidsovereenkomst beëindigd moeten worden mét toekenning van de transitievergoeding. Één troost voor deze werkgevers: de transitievergoeding kan in dit geval gecompenseerd worden door het
UWV.
Wij houden u op de hoogte van de ontwikkelingen.
Meer weten? Neem dan contact op met onze
sectie Arbeidsrecht.
Nog geen abonnee? Meld u dan
hier aan voor onze nieuwsbrief.